De dagen worden korter en veel kwekers beginnen zich af te vragen:
“Hoeveel watt moet een lamp hebben? Hoeveel lumen? En moet het paars zijn?”
Precies daarom hebben we voor jullie een overzichtelijk artikel voorbereid over hoe licht bij planten werkt, waarom het zo belangrijk is en hoe je de juiste kweeklamp kiest.
Waarom licht belangrijk is voor planten
Zonder licht vindt er geen fotosynthese plaats – een proces dat letterlijk van levensbelang is voor planten.
Dankzij fotosynthese zet de plant zonne-energie om in chemische energie, die ze vervolgens gebruikt voor haar groei, herstel en ademhaling.
In de bladcellen, specifiek in de chloroplasten, vindt er een chemische reactie plaats tussen licht, water en kooldioxide.
Het resultaat is glucose (suiker) – het voedsel dat de plant zelf produceert.
Een bijproduct is zuurstof, die de plant aan de omgeving afgeeft.
Wat er met de suikers in de plant gebeurt
Suikers dienen als brandstof voor de groei van nieuwe bladeren, bloemen en wortels, maar ook voor de zogeheten celademhaling – dus voor alle basislevensfuncties van de plant.
Wanneer de plant echter onvoldoende licht heeft, en dus ook onvoldoende suikers, ontstaat er een energietekort.
Ze begint “van haar reserves te leven” – ze breekt zetmeel en opslagstoffen af die in oudere bladeren, knollen en wortels zijn opgeslagen.
Dit proces is tijdelijk, vergelijkbaar met wanneer het menselijk lichaam tijdens uithongering vetten verbrandt.
Resultaat?
👉 Oudere bladeren vergelen en sterven af, omdat de energie naar de jongere delen van de plant wordt verplaatst.
Zonder voldoende licht – net als zonder water – vindt fotosynthese gewoon niet plaats.
Daarom kwijnen planten in de schaduw of in de winter vaak weg en verliezen ze vitaliteit.
In deze situaties helpen kweeklampen, die natuurlijk zonlicht nabootsen en fotosynthese mogelijk maken, zelfs binnenshuis.
Hoe herkent u dat planten een tekort aan licht hebben:
- Bladeren strekken zich uit naar de lichtbron (stengels zijn lang en dun).
- Bladeren zijn kleiner, lichter van kleur en vergelen vaak.
- Scheuten zijn langwerpig en ijl.

Welke soorten lampen bestaan er
Er zijn tegenwoordig veel soorten verlichting op de markt, maar niet alle zijn geschikt voor planten.
Elke soort heeft andere eigenschappen – ze verschillen in energieverbruik, warmteproductie en het lichtspectrum dat ze bieden.
Laten we kijken naar de drie meest voorkomende opties:
LED-lampen
Moderne en meest efficiënte oplossing.
Ze hebben een laag energieverbruik, produceren bijna geen warmte en maken het mogelijk om een precies lichtspectrum te kiezen dat planten nodig hebben.
Wij raden aan om zogeheten Full Spectrum LED’s te kiezen – wit licht dat zowel rode als blauwe componenten bevat, die planten het beste voor fotosynthese gebruiken.
Bovendien geldt allang niet meer dat ze paars moeten schijnen – moderne LED-panelen geven prettig wit licht dat ook binnenshuis natuurlijk oogt.
Fluorescentielampen (T5, T8)
Eerder zeer populair, tegenwoordig vooral een betaalbaar alternatief voor kleinere vitrines of kweekkasten.
Hun efficiëntie is echter lager dan die van LED’s en ze hebben ook een kortere levensduur.
Ontladingslampen (HPS, MH)
Worden voornamelijk gebruikt in grote kwekerijen.
Ze hebben een hoge lichtopbrengst, maar produceren ook veel warmte, waardoor ze minder geschikt zijn voor gebruik in huis.
Waarop letten bij de keuze van verlichting
Wanneer u een kweeklamp kiest, komt u waarschijnlijk waarden tegen zoals lumen of lux.
Die meten echter licht vanuit het perspectief van het menselijk oog – dus hoe helder wij het waarnemen, niet de plant.
Planten zijn namelijk niet geïnteresseerd in hoe het licht eruitziet, maar in hoeveel energie ze eruit kunnen halen voor fotosynthese.
Daarom zijn voor het kweken twee andere grootheden belangrijk: PPFD en DLI.
PPFD – hoeveel licht op de bladeren valt
PPFD (Photosynthetic Photon Flux Density) geeft aan hoeveel fotonen die bruikbaar zijn voor fotosynthese per seconde op 1 m² bladeren vallen.
De eenheid is µmol/m²/s.
Eenvoudig gezegd:
👉 hoe hoger de PPFD, hoe meer “lichtenergie” de plant ontvangt.
Tabel – aanbevolen PPFD
| Planttype | Aanbevolen PPFD (µmol/m²/s) | Opmerking |
|---|---|---|
| Makkelijk (Zamioculcas, Sansevieria) | 50–150 | Verdragen schaduw, licht is eerder belangrijk voor een gezonde uitstraling dan voor groei. |
| Gemiddeld (Monstera, Philodendron, Calathea) | 150–300 | Ideaal is diffuus licht of aanvullende LED-verlichting. |
| Veeleisende tropische soorten (Anthurium, Alocasia, Hoya) | 300–600 | Hebben een hogere lichtintensiteit nodig, reageren vaak beter op gerichte verlichting. |
| Succulenten, cactussen, kruiden | 400–800 | Houden van direct licht; hogere PPFD ondersteunt compacte groei en kleur. |
💡 Voor gewone kamerplanten volstaat licht met een intensiteit rond 150–300 µmol/m²/s, geplaatst 20–30 cm boven de bladeren, wat vooral geldt voor gewone LED-panelen of LED-strips met een laag tot gemiddeld vermogen.
Bij krachtigere lampen (bijv. LED-panelen van 40 W of meer of sterke kweeklampen) is het beter ze verder van de planten te plaatsen – typisch 30–40 cm – om verbranding van bladeren of oververhitting te voorkomen.
Tekenen dat er te veel licht is: bladeren worden bleek, krijgen verbrande puntjes, krullen, worden donkerbruin of lijken gestrest; bladeren hangen of vervormen.
Wanneer u deze symptomen ziet, betekent dit dat de lichtintensiteit te hoog is en is het verstandig de lamp verder weg te plaatsen, het vermogen te verlagen of de verlichtingstijd te verkorten.
DLI – hoeveel licht de plant per dag ontvangt
Een tweede grootheid is DLI (Daily Light Integral) – de dagelijkse hoeveelheid licht die de plant in 24 uur ontvangt.
Wordt uitgedrukt in mol/m²/dag.
Het verschil tussen PPFD en DLI is vergelijkbaar met het verschil tussen snelheid en afgelegde afstand:
- PPFD = directe intensiteit
- DLI = totale hoeveelheid licht over de hele dag
Tabel – aanbevolen DLI
| Planttype | Aanbevolen DLI (mol/m²/dag) |
|---|---|
| Makkelijk (ZZ, Sansevieria) | 4–6 |
| Gemiddeld (Monstera, Philodendron) | 8–12 |
| Tropische soorten (Anthurium, Alocasia, Hoya) | 12–20 |
| Succulenten, kruiden | 20+ |
Bijvoorbeeld:
Wanneer een lamp 200 µmol/m²/s levert en 12 uur per dag brandt, komt dat overeen met ongeveer 8,6 mol/m²/dag – een ideale waarde voor de meeste kamerplanten.
Hoe lang moeten lampen aan staan?
De meeste kamerplanten hebben 12–14 uur licht per dag nodig.
In de winter is het daarom goed om langere verlichting te geven, om de kortere daglengte te compenseren.
Gebruik een timer, zodat het licht automatisch aan en uit gaat – planten krijgen zo een stabiel lichtpatroon, vergelijkbaar met natuurlijk dag-nachtritme.
Samenvatting
✅ Zonder licht vindt geen fotosynthese plaats, en zonder fotosynthese heeft de plant geen energie.
✅ Let op PPFD (lichtintensiteit) en DLI (dagelijkse lichtdosis) – die zijn voor planten belangrijker dan lumen.
✅ Ideaal: 12–14 uur per dag, PPFD rond 150–300 µmol/m²/s.
✅ De beste keuze zijn Full Spectrum LED-lampen – zuinig, effectief en natuurlijk.
Licht is voor planten een bron van leven.
Zonder licht groeien ze niet, herstellen ze niet en hebben ze geen kracht om stress te weerstaan.
Investeren in kwaliteitsverlichting betaalt zich terug in gezonde, sterke en vitale planten het hele jaar door.
En tot slot een concrete tip voor verlichting
In onze kweekkasten gebruiken wij deze lampen: LED-verlichting voor plantengroei – ze hebben een optimale afmeting voor de kast én onze IKEA-vitrine.
En vooral: ze leveren voldoende vermogen als enige lichtbron, zelfs in de kweekkast.

