Lente is de tijd van vernieuwing en groei, niet alleen voor de natuur buiten, maar ook voor onze kamerplanten. De beste tijd om te verpotten is het begin van de lente, wanneer planten in hun actieve groeifase komen en zo effectief voedingsstoffen uit de nieuwe grond kunnen opnemen. Verpotten kan echter het hele groeiseizoen door, tot in de late zomer. Zelfs in de winter is verpotten aan te raden als je een plant koopt met slechte grond – beter om direct te verpotten dan de plant te laten worstelen in zware grond waar wortels kunnen gaan rotten. Over het algemeen wordt aangeraden om elke 12–18 maanden te verpotten, afhankelijk van de behoeften van de specifieke plant.
1. Hoe weet je wanneer het tijd is om te verpotten?
Je hoeft planten niet elk jaar te verpotten, maar er zijn enkele signalen dat het hoog tijd is:
- Wortels groeien door de drainagegaten of duwen tegen het oppervlak van de grond.
- De grond droogt snel uit en de plant heeft vaker water nodig.
- De groei vertraagt, bladeren worden geel of vallen af.
- Verpotten is ook aan te raden na aankoop van nieuwe planten uit de winkel als ze in te kleine potten of ongeschikte grond staan.
2. Hoe kies je de juiste pot?
De maat van de pot is heel belangrijk. Een te grote pot kan zorgen voor te veel vocht en wortelrot. Over het algemeen geldt:
- Maat: De nieuwe pot moet 2-4 cm groter zijn dan de oude. Kies de maat pas nadat je hebt gekeken hoe groot de wortelkluit is.
- Drainage: Zorg dat de pot voldoende drainagegaten heeft om overtollig water af te voeren. Het is ook ideaal als er gaten aan de zijkanten zitten zodat er lucht bij de wortels kan komen.
- Materiaal: Transparante potten zijn handig om de wortels in de gaten te houden.
- Zelfbewaterende potten kunnen een goede keuze zijn voor planten die gevoelig zijn voor te veel water.


3. Hoe kies je het juiste substraat?
Het kiezen van het juiste substraat voor kamerplanten is essentieel voor hun gezondheid en groei. Elke plantensoort heeft andere eisen aan de grond, daarom is het belangrijk een substraat te kiezen dat past bij het specifieke type plant. Hieronder vind je basisinformatie over hoe je het substraat kiest op basis van het type kamerplant.
Basisbestanddelen van substraat
De meeste substraten bevatten een mengsel van verschillende componenten die hun eigenschappen beïnvloeden:
- Veengrond – houdt water en voedingsstoffen vast, maar heeft een zuur pH-niveau.
- Perliet – zorgt voor beluchting en verbetert de drainage.
- Vermiculiet – helpt vocht en voedingsstoffen vast te houden.
- Zand – verbetert drainage en beluchting, geschikt voor succulenten.
- Kokosvezels – een milieuvriendelijk alternatief voor veengrond, bevordert luchtigheid.
- Compost – levert voedingsstoffen, maar moet goed gerijpt zijn.
- Houtskool – helpt tegen schimmels en voorkomt wortelrot.
- Boomvaren – houdt vocht ideaal vast.
Belangrijke tips voor het kiezen van substraat
- Vermijd goedkope substraten – deze bevatten vaak slechte of afgebroken materialen die snel samenklonteren en geen lucht doorlaten, waardoor de wortels gaan rotten en de plant sterft.
- Controleer de pH-waarde – sommige planten hebben een specifieke pH nodig (bijvoorbeeld vleesetende planten houden van zuur, succulenten eerder neutraal).
- Voeg perliet toe – dit verbetert de drainage en beluchting bij de meeste substraten.
Als je het substraat niet zelf wilt mengen, bekijk dan ons aanbod van hoogwaardige substraten voor kamerplanten:

4. Hoe verpotten? Stap voor stap
- Bereid de pot en het substraat voor. Als je een oude pot gebruikt, was deze dan grondig schoon.
- Haal de plant voorzichtig uit de oude pot. Schud de wortels voorzichtig los om beschadiging te voorkomen. Verwijder zoveel mogelijk oud substraat.
- Verwijder het oude substraat en controleer de wortels. Zijn de wortels te dicht of beschadigd, maak ze dan voorzichtig los en knip ze bij.
- Doe een laag vochtig substraat in de nieuwe pot. Plaats de plant zo dat deze op dezelfde diepte staat als in de oude pot.
- Vul de pot verder aan met vochtig substraat en druk het licht aan.
- Geef de plant direct na het verpotten geen water. Laat de wortels enkele dagen acclimatiseren zonder water.
- Na een paar dagen kun je de plant water geven en op een lichte plek zetten.
Tip: Als je een klimplant verpot, voeg dan een mosstok toe
Bij het verpotten van klimplanten raden we aan om een mosstok toe te voegen. Deze biedt de plant de nodige steun. Mosstokken stimuleren de ontwikkeling van luchtwortels en bevorderen een snellere groei. Daarnaast vergroot je het groeigebied, waardoor de plant meer voedingsstoffen kan opnemen. Dit leidt tot een snellere groei en grotere bladeren.
5. Wat te doen na het verpotten?
Na het verpotten is het belangrijk om de plant goed te verzorgen:
- Plaatsing: Zet de plant enkele dagen in de schaduw of halfschaduw, zodat hij kan herstellen van de stress door het verpotten. Direct zonlicht kan de plant verzwakken, bouw de lichtintensiteit daarom langzaam op.
- Bewatering: Wacht enkele dagen met water geven, zodat beschadigde wortelweefsels kunnen herstellen en rot voorkomen wordt. Daarna geef je de plant goed water zodat het substraat zich gelijkmatig zet en de wortels voldoende vocht krijgen.
- Bemesting: Bemest pas na twee weken, zodat de plant kan wennen aan de nieuwe omgeving en stress wordt voorkomen.
- Langdurige verzorging: Regelmatig verpotten en goede verzorging houden je planten het hele jaar gezond en vitaal. Met de juiste zorg belonen ze je met weelderige groei en een mooie uitstraling. 🌿
In een volgend artikel behandelen we hoe je planten het beste kunt bemesten en welke biostimulanten kunnen helpen voor een betere groei.